Gelijkwaardigheid in de wereldkerk

Hoe gaan we met elkaar om als kerken en organisaties binnen de wereldwijde kerk? Ik heb regelmatig 2 Korinthe 8 en 9 gebruikt in lessen en erover gepreekt, maar dan altijd in de context van het delen van geld en middelen.

Een poosje geleden mocht ik op een kerkelijke vergadering spreken ergens in Oost-Afrika en op die gelegenheid paste ik deze hoofdstukken uit de Korinthe-brief toe op partnership. Als titel had ik: ‘The Fellowship of Grace’. Deze twee hoofdstukken gaan over de collecte voor de kerk in Jeruzalem, maar toegepast op de relaties tussen kerken kwam ik uit op deze drie punten. Ik switch nu even naar het Engels:
(1) The priority of grace in our partnership.
(2) There must be equality between us.
(3) When we share together, others will praise God.

Toegepast betekent dat, heel in het kort:
(1) We maken allemaal fouten in een partnerschap. Het gaat erom dat we bereid zijn dat toe te geven en om vergeving te vragen (of het te geven). Er is veel genade (nederigheid en vergevingsgezindheid) nodig in onze relaties.

(2) We zijn gelijke partners. De tijd dat de Westerse kerk de ‘moeder’ was en de Afrikaanse kerk het ‘kind’, ligt ver achter ons. Toch zijn we in het Westen nog steeds gewend vooral te geven en is men in Afrika vooral gewend te ontvangen. Kunnen we dat ook omdraaien? Hebben Afrikaanse kerken de visie om gever te worden en kunnen Nederlandse gemeenten ook werkelijk leren te ontvangen?

(3) Het doel van zending is aanbidding (John Piper). Wat is het geweldig als God geprezen wordt vanwege onze goede relaties in de wereldwijde kerk.