Open handen

Misschien ben ik wel wat naief of te optimistisch over de kerk in Afrika. Ik geef toe dat ik niet helemaal objectief ben. Toch blijf ik volhouden dat we heel wat kunnen leren van zusters en broeders in dit werelddeel. Als het ons lukt om door fouten en falen heen te kijken, dan zien we geloof, volharding en betrokkenheid op elkaar.

Laat ik – als illustratie – wat meer vertellen over de viering die we hier elke donderdag op school hebben. We zingen, er is een preek en we vieren avondmaal. De studenten en docenten krijgen om de beurt een taak toegewezen. Afgelopen donderdag werd er zelfs een baby gedoopt, het kindje van een vrouwelijke student (zie foto). Dat vond ik wel heel bijzonder.

De dienst gaat vaak niet helemaal perfect: de onderdelen van de liturgie volgen niet altijd logisch op elkaar, de liturgische kleuren combineren meestal niet zo en ter plekke wordt van alles geimproviseerd. Afgelopen donderdag moest ik glimlachen toen ik zag dat de broeder die de dienst leidde, zijn liturgische sjerp (ik weet de technische term niet) bij elkaar hield met een promotiebutton voor malarianetten!

Maar als je daar allemaal door- en langsheen kijkt, dan zie je een mooie mengeling van formele liturgie én de vrijheid om daarvan af te wijken en God te prijzen in lokale vormen. Dan zie je een vast vertrouwen op God. Dan zie je vreugde vanwege het geloof en dan zie je een hechte band onderling.

In het avondmaal komen al die elementen samen. We wassen eerst onze handen (net als bij een gewone maaltijd!) en gaan dan naar voren om brood en wijn te ontvangen. Dit in de vorm van een stukje zoete biscuit dat door de priester in de wijn wordt gedoopt. Op dat moment vallen alle verschillen weg: blank of zwart, ‘ordained’ of gewoon gemeentelid, student of docent. We openen onze handen en ontvangen genade van God.