Tag archieven: zending

Missions

Eerherstel van de zendingswerker

Het is geen nieuws dat het beroep zendeling weinig positiefs oproept bij de gemiddelde seculiere Nederlander. Maar ook binnen de kerk ligt de zendingswerker onder vuur: Is zendingswerk wel effectief en economisch? Wat hebben wij als krimpende kerk nog te bieden? Kun je via moderne communicatiemiddelen niet hetzelfde bereiken? En ook is er de vraag naar motivatie: is het niet vooral eigen behoeftebevrediging?

Nu zeg ik niet dat dit geen relevante vragen zijn, maar de antwoorden zijn mij vaak te gemakkelijk en te snel. Een aantal (zendings)organisaties zijn van dit ‘oude zendingsmodel’ afgestapt om nu vooral via projectfinanciering het werk bij partners mogelijk te maken.

ik ben ervan overtuigd dat we zonder zendingswerkers (en dat kunnen ook zendelingen uit Azië, Afrika en Latijns-Amerika zijn…, graag zelfs) geen echte relaties kunnen leggen en onderhouden in de wereldkerk. Ik schreef daarover een paar jaar geleden een artikel en ik vat de hoofdpunten daaruit hier nog even kort samen.

(1) Als kerken wereldwijd samenwerken, dan wordt christelijke eenheid zichtbaar, de naam van Christus verheerlijkt en Gods zending in de wereld bevorderd. Ook zorgt samenwerking ervoor dat de gemeente niet introvert wordt en kritisch naar de eigen cultuur blijft kijken.

(2) De zendingswerker speelt een belangrijke, verbindende rol in deze relaties tussen gemeenten. De missioloog Paul Hiebert spreekt over de uitgezonden werker als bemiddelaar. Die rol moeten zendingswerker dan ook wel op zich nemen. Eerlijk gezegd schrik ik weleens hoe sommige zendingswerkers over de lokale ontvangende gemeente praten en schrijven: vooral in negatieve termen. Nu begrijp ik dat daar vaak frustratie onder zit over de trage voortgang in het werk, maar dat maakt het nog steeds niet goed.

(3) Hoe ben je dan bemiddelaar als zendingswerker? Ik geef een aantal voorbeelden:
♦ Ik probeer zelf regelmatig in nieuwsbrieven en presentaties lokale christenen ‘aan het woord te laten’. Hoe denken zij over Gods wil, over ziekte en gezondheid, over de bovennatuurlijke wereld, over zending? Een verlofpresentatie die alleen over jezelf en over je werk gaat, is te eenzijdig.
mission♦ Een ‘interculturele bijbelstudie’ levert nieuwe perspectieven op. De zendingswerker doet bijbelstudie met een groep christenen en schrijf daar een verslag van. De werker stuurt dat verslag naar de uitzendende gemeente in Nederland en vraagt hen hetzelfde te doen over hetzelfde bijbelgedeelte. Dat Nederlandse verslag wordt vervolgens weer met de eerste groep gedeeld.
♦ Kerken wisselen gebedspunten uit en bidden voor elkaar. Ik zie dit in de diocese in Zuid-Soedan waar ik werk, functioneren. De kerk daar bidt voor de gemeenten waar zij een relatie mee heeft.
♦ Delegaties van partnergemeenten bezoeken elkaar met enige regelmaat. De zendingswerker kan dat faciliteren. Dat vraagt wel om een goede voorbereiding en om een bredere doelstelling dan alleen een diaconale. Het vereist ook een goede terugkoppeling naar heel de gemeente.
♦ Ik ken het voorbeeld van een Lutherse zendingsorganisatie in Finland die een voorganger uit Ethiopië drie maanden laat werken in een Finse gemeente. Daar komt natuurlijk heel veel bij kijken, maar het leidt wel tot een diepergaande relatie.

Op deze manier is de zendingswerker een belangrijke schakel in de beweging van Gods zending in  deze wereld.

Ontheemd zijn

Ik heb pas een boek gelezen met gethematiseerde stukken uit het werk van Henri Nouwen. Dit stuk over ‘displacement’, dat ik maar voor nu met ‘ontheemd zijn’ vertaal, raakten me. Vooral het punt dat het gevoel van ontheemd zijn verbonden kan worden met de zoektocht naar Gods unieke roeping voor ons. Hierbij een aantal citaten die ik uit een langer stuk heb geknipt.

“The Gospels confront us with this persistent voice inviting us to move away from where it is comfortable, from where we want to stay, from where we feel at home.”
“There is an enormous pressure on us to do what is ordinary and proper – even the attempt to excel is ordinary and proper – and thus find the satisfaction of general acceptance.”
“Jesus Christ is the displaced Lord in whom God’s compassion becomes flesh. In him, we see a life of displacement lived to the fullest.”
“Most of us have experienced painful physical displacements. We have moved from one country to another […] in short, from familiar to very unfamiliar surroundings.”
“Our first and often most difficult task, therefore, is to allow these actual displacements to become places where we can hear God’s call.”
“God always calls, always asks us to take up our crosses and follow. But do we see , feel, and recognize that call, or do we keep waiting for the illusory moment when it will really happen? Displacement is not primarily something to do or to accomplish, but something to recognize.”
“To follow Jesus, therefore, means first and foremost to discover in our daily lives God’s unique vocation for us.” (Henri Nouwen, In: Compassion)

Communicatie

Op deze tweede dag hadden we een goede les over crossculturele communicatie en (een beetje over) het werken in teams. Ruth Wall behandelde de diverse aspecten van ‘worldview‘ (bijvoorbeeld hoe je omgaat met tijd en hoe je je werk doet) in combinatie met communicatie. We deden ook een testje om te zien waar we zelf staan als het gaat om tijd versus gebeurtenis, of taak versus persoon. De kern van het verhaal is dat je ‘cultureel competent’ wordt. Dat je gevoelig(er) wordt voor het denken en doen van de ander waarmee je communiceert en dat je je afvraagt hoe je verhaal bij de ontvanger overkomt.

Desta en David deden vanmorgen wat klusjes op het centrum en ze hadden het goed naar hun zin. We hadden ook nog een brandalarm-oefening en stonden even te koukleumen op het verzamelpunt voor het hoofdgebouw.

All Nations

Het is duidelijk waarom dit college ‘All Nations’ heet, simpelweg omdat hier heel wat nationaliteiten rondlopen! We zijn op All Nations Christian College en volgen hier een training van 2-3 weken (3 voor Jaap, 2 voor de rest).

We hadden zaterdag een prima vlucht vanuit Amsterdam en werden door Rose uit Zuid-Afrika opgehaald van het treinstation in Harlow Town. Dit weekend hadden we de tijd om kennis te maken met alle gebouwen, procedures en ‘events’ hier op het centrum. Iedereen is erg vriendelijk en behulpzaam. Desta en David (en ook de ouders…) zijn veel te vinden in de ruimte waar je kunt tafeltennissen en snookeren.

Zondag gingen we in de regen naar St. Andrew’s, een Anglicaanse kerk op ca. 20 minuten loopafstand. Het was een ongedwongen dienst met aandacht voor de kinderen. ’s Avonds was er een worship time verzorgd door studenten hier op het centrum. Er lopen hier trouwens aardig wat Nederlanders rond :-).

Maandag was onze eerste lesmorgen over ‘Culture & Worldview’. Boeiend om weer mee bezig te zijn. ’s Middags spraken we met Ruth & Mike Wall over de rest van het programma en vooral over Soedan. Zij hebben jarenlange ervaring met en in Soedan.

Minderheidsmetaforen: zout, licht en gist

In het Ned. Dagblad van 10 oktober stond een interview met prof. Charles Amjad-Ali. Ik had het voorrecht hem vorige week te horen spreken op de reünie van GZB & Kerk in Actie-zendingswerkers. Amjad-Ali is een boeiend en gepassioneerd spreker!

Kruis als leidraad
Hij is zelf pacifist en predikte ook die boodschap. Het christelijk geloof gaat volgens Amjad-Ali vooral over een het kruis en over een God die zich ‘vulnerable’ maakt in de menselijke geschiedenis. [Ik kan hem niet goed citeren, omdat ik het papier met aantekeningen niet meer kan vinden.] Hij stelde ook dat het kruis onze leidraad voor de geschiedenis is, en de opstanding dat van de toekomst. Hij moet (m.i. terecht) niets weten van een christendom dat op macht en status uit is.

MinderheidJullie zijn het licht van de wereld
In dat verband noemde hij ook de drie metaforen die de Bijbel ons geeft voor de christelijke gemeenschap: zout, licht en gist. Alle drie metaforen van de minderheid: het zout is niet het eten, het licht kan nooit de duisternis als geheel vervangen en het gist is niet het brood. Dat moeten we denk ik nog maar eens goed op ons in laten werken. Volgens mij beseffen we als christelijke minderheid in het Westen nog niet echt wat dat precies betekent…

Verkuyl voor 80 cent

In een kringloopwinkel heb ik voor 80 eurocent (!) de mémoires van de missioloog Johannes Verkuyl (1908-2001) op de kop getikt: Gedenken en verwachten, Uitg. Kok, 1983. Boeiend! Hierbij een citaat. Verkuyl vertelt over zijn tijd in de ‘jappenkampen’ in het toenmalige Nederlands Indië: “In die jaren heb ik geleerd dat het meest onmenselijke wat je een mens kunt aandoen is hem of haar het Evangelie te onthouden in de existentiële crises van zijn of haar leven” (pag. 122).

johannes-verkuyl-klein

In het laatste hoofdstuk formuleert Verkuyl een ‘hoofdsom’, een ‘summa’. Een heel aantal van deze punten zijn nog steeds relevant. Ik geef zijn acht punten kort weer:

1. De vier aspecten van de communicatie van het Koninkrijk Gods (proclamatie, diakonia, gemeenschap en bevordering van gerechtigheid) hangen onlosmakelijk met elkaar samen.
2. Bij het verspringen van de prioriteiten in de communicatie van het Evangelie mag de verbinding met de totaliteit van het Evangelie niet verbroken worden.
3. Bij de communicatie van het Evangelie is veel aandacht nodig voor het netwerk van relaties van degene die je wilt bereiken.
4. Het beoefenen van oprechte vriendschap is het diepste medium in de communicatie van het Evangelie.
5. In het missionaire werk is de samenwerking van mannen en vrouwen en het getuigenis van vrouwen met daad en woord onmisbaar.
6. In missionair werk is teamwork (mensen die elkaar aanvullen in bekwaamheid) van groot belang.
7. In missionair werk mag het leiden van mensen tot de belijdende gemeente niet verwaarloosd worden.
8. De communicatoren van het Evangelie mogen niet vergeten zelf te eten van het brood dat ze aanwijzen en helpen uitdelen.

Zwakheid als norm

Op mijn stapeltje van te-lezen-bladen lag al een poosje een brochure van de missioloog David Bosch over ‘The vulnerability of Mission’. Gisteren las ik deze lezing en ik ben er erg van onder de indruk. Waarom heb ik de indruk dat Bosch met zijn nadruk op de kwetsbaarheid van het Evangelie veel dichter bij de waarheid zit dan de – vooral in deze tijd – nogal aanwezige mensen die (alleen maar) praten over kracht, wonderen, doorbreken en materiële zegen?

Not accidental
Bosch begint zijn lezing met het verhaal van de vervolging van christenen in Japan in het begin van de 17e eeuw. Via die weg stelt hij de vraag naar het wezen van het christelijke geloof. Een citaat: “The cross is not accidental to the Christian faith. When the resurrected Jesus appeared to his disciples, his scars were proof of his identity; it was because of them that the disciples believed (Jn 20:20)” (Bosch, p. 8).

Moed om zwak te zijn
Bosch trekt de lijn dan door naar zending. Is een zendeling vooral een model, voorbeeld of gaat hij/zij als zwakkeling (victim)? De model-zendeling weet hoe het moet en maakt mensen afhankelijk, de victim-zendeling scheppen ruimte en gemeenschap. In de praktijk vallen veel zendelingen vooral in de eerste categorie. Het vraagt nogal wat geloof om je op te stellen als ‘zwak’ (vgl. 2e Korinthe-brief). Bosch zegt: “Only if we turn our backs on false power and false security can there be authentic Christian mission”.

Deze lezing raakte me. Hoe vaak sluiten we niet aan bij wereldse modellen van macht en expansie? Iets om steeds weer over na te denken.

David J. Bosch, The Vulnerability of Mission , Occasional Paper 10, Selly Oak Colleges Birmingham, 1991.

Van overal, naar overal

Wat neem ik mee van deze conferentie? Ik ben opnieuw onder de indruk geraakt van wat God wereldwijd doet. Ik heb leiders gesproken uit Afrika die het aantal zendingswerkers uit hun regio alleen maar zien toenemen. We spraken een directeur van een Latijns-Amerikaanse organisatie die nu al heel wat werkers in de moslimwereld heeft en zich afvraagt wat zij voor Europa kunnen betekenen. Iemand uit Korea had het over 15 duizend werkers vanuit dat land. Het meest aparte vond ik het verhaal van een Aziatische broeder die betrokken is bij de training van Iraanse voorgangers. Hij vertelde dat er vanuit Iran een aantal werkers in naburige landen actief zijn. Zendingswerkers vanuit Iran – is dat niet bijzonder?

Licht in de duisternis

De Ethiopiër die nu in de VS woont (en professor aan een theologische school is), vertelde me dat hij pas na 18 jaar voor het eerst terug is geweest naar zijn moederland. Onder het communistische bewind was hij vervolgd vanwege zijn geloof. Hij ging samen met zijn 2 kinderen terug naar de gevangenis waar hij mishandeld was geweest en de dood in de ogen had gezien. Toen hij de directeur van de gevangenis om toestemming vroeg de gevangenis als gast te bezoeken, zei die: dat kan, maar dan onder de voorwaarde dat je hier ook een dienst leidt. “Ik heb nog nooit zo sterk de kracht van de opstanding ervaren als toen: ik mocht nu de vergeving en vrijheid van Jezus doorgeven op die duistere plek waar ik zelf enorm bang ben geweest”, aldus deze broeder.

Nightlife
Ondanks de vele lichten hier in de nacht in Pattaya is er veel wat het daglicht niet kan verdragen. Het schijnt dat 7 van de 10 mannen die naar Thailand komen uit zijn op seks. In één van de presentaties kwam naar voren dat het er niet alleen om gaat ‘sex slaves’ uit de duisternis in het licht te trekken, maar dat deze vrouwen daarna ook een toekomst nodig hebben. Een aantal christenen hebben een bedrijfje (met de naam ‘Nightlife’) opgezet, zodat deze vrouwen op een betere manier geld kunnen verdienen.

Geestelijk welzijn
Terug naar zondagavond. Adri was bij een presentatie van de taskforce ‘dialoog tussen zendingsleiders van Noord en Zuid’. Daarna was er een panelgesprek over ‘spirituality & missions’. Dat klinkt nogal vaag, maar volgens Adri ging het vooral over het ‘geestelijk welzijn’ van zendingswerkers en -leiders. Hoe houden we dat welzijn fris? Het gaat allereerst om ’to be’, dan pas om ’to do’. Een variatie op IQ: wat is je ‘pneuma-quotient’? Ik zat op dat moment met de groep van membercare een paar honderd meter verderop op het strand. Wij wilden elkaar even op een andere manier ontmoeten dan in een vergaderzaal!

Maandagmorgen begon de plenaire sessie met worship en vervolgens hadden we twee bijdragen over spirituality. Allereerst de Indiase directeur van Interserve en vervolgens de directeur van Wycliffe International. Allebei brachten ze inspirerende punten naar voren. Zending gaat niet automatisch samen met een gezond christelijke leven, dat is iets wat blijvend om onderhoud vraagt. Daarna gingen we weer uiteen in onze groepen.

I have been helped
In de membercare-groep inventariseerden we de middelen (boeken, websites, centra) die voorhanden zijn. We zongen Marjory Foyle ‘happy birthday’ toe op haar 87ste verjaardag! Ze zei: “I can help others, because I myself have been helped”. In de slotbijeenkomst aan het eind van de middag werd licht evaluerend nagedacht over de consultatie. Er klonken veel positieve geluiden en tegelijk werden er concrete punten aangedragen voor verbetering. We kregen de onvermijdelijke bedankjes en deden ook nog gezamenlijk een rondedans op een Siberische melodie met een Engelse tekst (speciaal gemaakt voor de conferentie).

Terugblik
Mijn allereerste terugblik op de bijeenkomsten is deze: goede ontmoetingen, bevlogen mensen, boeiende verhalen, inspirerende doorkijkjes en indrukwekkend om te zien wat God wereldwijd doet. Tegelijk vind ik dat de mission commission moet nadenken over een structuur met heldere representatie (nu gevaar van old boys network) en had het geheel nog beter kunnen zijn (bv. meer focus in thema’s, minder vol programma, meer diversiteit en meer talen en culturen op het podium). Vanavond en morgenochtend hebben we hier nog bijeenkomsten van de Europese EZA’s en woensdagmorgen heel vroeg vliegen we terug. Tot slot een citaat van een broeder uit Pakistan over het gebruik van boeken die in het Westen zijn geschreven: “Please give us the copyright, that means in our part of the world: the right to copy”!

Shadowlands

toetjesbuffetAls ik C.S. Lewis goed begrepen heb, dan is het leven hier en nu nog maar een shadowland. Het land van de overweldigende kleuren wacht ons nog. Zo’n term shadowlands voelt toch wel wat vreemd als je in een 4-sterren hotel zit met airco en te grote buffetten. Natuurlijk, zo zeggen we tegen onszelf, dat is allemaal nodig om ons te kunnen concentreren op de conferentie. Dat klinkt aardig, maar is toch niet helemaal overtuigend. Je verlangen naar dat land van licht is een stuk minder als je shadowland het Jomtiem Palm Beach hotel is!

Alles is context
Zaterdagavond was zwaar. Eigenlijk probeert men te veel onderwerpen in een te korte tijd te behandelen. We hadden een spreker over Business as mission: kun je én zakenman én zendeling zijn? Antwoord was (natuurlijk) ja. Verder weer een bijdrage over kunst en zending: het gebruik van lokale muziek voor christelijke liederen. Dit laatste was boeiend, maar er zat alleen geen muziek bij of in.
Vervolgens kregen we het hoofdonderwerp: contextualisatie. Dat is – even uit de losse pols – op welke manier het evangelie aansluit op de cultuur en gewoonten van de ontvangers. Een panel ging hierop in en gaf een aantal leuke voorbeelden. Interessant was een situatie uit Ivoorkust waar men een gemeente wilde stichten onder mensen met een moslimachtergrond. Men gaf de ‘kerk’ een aankleding die aangepast was aan de doelgroep (geen stoelen bv.). Na een poosje zei de doelgroep: jullie verbergen iets voor ons. Doe normaal en wees kerk!

Zondagmorgen gingen we – na de worship – verder met 2 meer academische verhalen over contextualisatie. In het eerste verhaal werd gezegd dat de relatie tussen evangelie en context er een is van 3 fasen: identificatie, confrontatie en transformatie. Het tweede verhaal ging in op de visie van evangelicals op contextualisatie. Daarna spraken we weer rond de ‘global round table’ door over het onderwerp. We onderstreepten dat de mensen ter plaatse het beste kunnen bepalen hoe de relatie tussen evangelie en cultuur moet zijn. Een broeder uit Latijns-Amerika zei terecht dat dit onderwerp niet alleen voor Afrika of Azië van toepassing is, maar ook voor kerken in het Westen!

Marjory Foyle
Na de lunch ging ik verder in de werkgroep member care. De conferentie-moeheid begint nu heftig toe te slaan. Hoeveel informatie kan een mens (ik!) per dag aan?
Bij membercare spraken we door over contextualisatie. Hoe ziet de zorg voor zendingswerkers er uit in Afrika en India? Ook dat zijn zendende landen. Een Nigeriaanse organisatie heeft nu meer dan 800 werkers. De kerken daar willen de komende jaren duizenden werkers uitzenden. Wie houdt zich bezig met de ondersteuning van deze mensen? Een Nigeriaanse zendingsleider heeft gezegd: ‘Afrika heeft de wereld niet veel te bieden als het gaat om economie of techniek, maar misschien is dit leger van zendingswerkers wel het beste wat Afrika te bieden heeft’. Tijdens de thee sprak ik met de de 86-jarige dr. Marjory Foyle, zo’n beetje de uitvindster van membercare in Europa. Ze vertelde me over de beginjaren en over het belang van een face-to-face interview bij psychologische testen (“Dat gebeurt tegenwoordige steeds minder”). We hadden het ook over de mogelijkheid van een te veel aan member care. Een bijzondere vrouw.