Categoriearchief: zending

Impressions of Christmas in Kajo-Keji (1940)

How was Christmas celebrated in Kajo-Keji (South Sudan) in 1940? Eunice Kerr, the wife of Reverend William Dermot Kerr, offers us a glimpse through her heartfelt reflections. The Kerrs lived in Kajo-Keji from 1940 until 1945, when Eunice tragically passed away due to illness. While her letters reflect the colonial attitudes of the era, they also reveal her deep affection and admiration for the Kuku people.

“We are in a very beautiful part of the Sudan – right in de South, close to the Uganda border on the Lat. 4. All around our house we can see wooded hills streching far into the distance. You would appreciate the lovely sky effects, especially at sunrise & sunset. [-]

I wish you could have been in the simple dignified little Church here on Christmas Day. It was packed with people from the surrounding districts and during the service hundreds sat on the grass outside. This is possible as the Church, although raised up a little from the ground, is quite open to the three winds of heaven. It is not quite finished yet and the people at present sit on rows of bricks. The Holy Table has a simple brass Cross which gleams out amazingly in the distance thro’ the dim Church as you approach it from outside.

The Church in Kajo-Keji (1940)

We enter by stone steps, the font, a simple white cement affair, (with an alabastor cooking mortar for the central bowl!) stands at the West end. The church has great big square stone-&-mortar pillars whitewashed, and the usual thatched roof with a very simple wooden Cross on the East end.

There were nearly 300 for the Communion on Christmas morning, and how you would have loved to see the reverent black hands streched out to take the Bread and Wine. Although they are supposed to be a very rough tribe, the Kukus, we are both struck with the reverend demeanour of the Christians.

That afternoon we had sports for about 1000. I had to give away the prizes, which consisted of the contents of a box given to Dermot for his work abroad: cretonne bags, patchwork quilts, beads, notebooks, pencils, etc. [-]”

[First Impressions of Kajo Kaji, S. Sudan (January 1940), a letter written by Eunice Kerr]

A Just Mission – not a real review

I read A Just Mission, Laying down power and embracing mutuality (2022) by Mekdes Haddis. This is not a proper review but more like a ‘reading impression’.
The Foreword raises high expectations: Mekdes Haddis uses a ‘bridge-building approach’ and this book can reshape the mission movement and ‘Western Christianity for the better’ (p. x).

Costly discipleship
There is a lot I agree with and Mekdes’ analysis is often spot on. Yes, the Western mission movement is still heavily ‘transactional’ and this needs to change. We need to move towards ‘relational mutuality’ (p. 4). She sees a disconnect between the mission (outreach) and discipleship departments in most Western churches (p. 40). A missionary call is ‘… a call of deep and costly discipleship that enables us to live a life God has intented …’ (p. 32).

Unreached
It is also true that a lot of the language that is used by Western missions has colonial connotations. ‘Labeling people groups as “unreached” [-] is a dangerous fruit of the dotrine of discovery…’. ‘Surely we can’t believe that God is so small that he awaits Western theology and white saviorism to reach his people around the world’ (p. 48). Yes, we need the church in the West to embrace diversity (p. 62) and to not ‘self-idolize’ its own theological practice and create ‘mini versions of herself’ (p. 74). Yes, diversity is God’s intention (p. 89)!

USA context
The book is very much written in a North-American context. This is just an observation, not a critique. Mekdes focusses a lot on short term mission in that context and we don’t have this (in that form and to that extend) in the Dutch (or European) context. Some of the examples she gives from the USA context are surprising (to say the least) to me as well.
Her point that we shouldn’t be helping churches elsewhere in the world if (as a church) we don’t know how to connect to people in our own local neighbourhood, makes a lot of sense. This is very much something to reflect on for us as Dutch churches.

Sending Nehemiahs
It is time for the Western church to step back, says Mekdes: ’The role of the Western church in this season of change for global missions is largely to be the ear that listens’ (p. 158). The church in the West should (from now on) be using members of the diaspora community as missionaries: they are Nehemiahs. They can ‘… create a beautiful middle ground to benefit both cultures.’ They have better connections and have a broader perspective (p. 154).

Mixed feelings
I have read this book with mixed feelings. In many ways is Mekdes correct with her analysis and her strong language is necessary. The Western church needs to face (the new) reality.
On the other hand is it not easy to use this book as a guide for a conversation about these important topics. Mekdes’ perspective is sometimes (too) narrow and she makes statements about issues that are (in my view) more complex than presented. For instances when she states that Western aid is helping corrupt leaders and destroying democracy in Africa (p. 142). Yes, aid is definitely a factor but is the reality not much more complex than this?

Mekdes does not talk about Europe (Western seems to mean USA) and she hardly talks about long term mission strategies. I am not saying that Europe is doing way better and that long term missionaries are perfect but I think the picture will look different taking this into account.

So yes, do read this book and reflect on the issues that Mekdes Haddis raises. For me the most important question is: How can we change as a church in the West and make ‘relational mutuality’ our key doctrine?

Herinneringen aan Wout van Laar

Het overlijden van zendingsman-in-hart-en-nieren Wout van Laar maakte me verdrietig. Hij overleed op 28 juli 2020. Ik had via-via gehoord dat hij ziek was, maar ik was het contact met hem kwijtgeraakt. Wout had nog in onze uitzenddienst gepreekt in 2010 toen wij uitgezonden werden naar Zuid-Soedan (de dienst is hier nog te beluisteren). In de jaren daarna reageerde hij soms nog op een nieuwsbrief van ons.

Wout van Laar
Wout van Laar

Vasthoudend
Ik leerde Wout kennen in de tijd dat ik bij de Evangelische Zendingsalliantie werkte. Hij was directeur bij de Nederlandse Zendingsraad en in die tijd begonnen de twee organisaties steeds meer samen te werken. Het waren mooie tijden. Ik was onder de indruk van de vasthoudendheid van Wout. Tegelijkertijd was hij een prettig en zacht persoon.

Granada
We gingen samen naar een Latijns-Amerikaanse zendingsconferentie in Granada, Spanje. Daar zag ik Wout in een Latino-jasje. Hij genoot van de gesprekken en contacten. Mijn ogen gingen daar open voor de nieuwe realiteit (de paradigm shift) van de wereldkerk! Wout stelde me voor aan de missioloog Samuel Escobar en we hadden samen ook mooie gesprekken. Ik schreef dit verslag over die conferentie.

Citaten van Wout
Ik eindig met wat citaten uit het boek Als leerlingen tussen de volken waarin Wout een hoofdstuk schreef (Naar een nieuwe katholiciteit). Het laat zijn hart voor de wereldkerk zien en ook zijn kritische opvattingen over de organen van oecumene en zending.

“Missionair werk vanuit bureaus waar geen plaats is voor visie en experiment, en waar het budget de grenzen aangeeft van het werk, heeft geen toekomst” (p. 154).

“Misschien betekent zending vandaag vooral: leren loslaten en ruimte geven aan de Geest van Christus, zoals die de nieuwe wegen schrijft door de tijd; ruimte geven aan initiatieven van anderen, aan inzichten en strategieën die wij niet hebben bedacht” (p. 154).

“In het fenomeen van de migrantenkerken hebben wij niet te maken met exotische resten uit de oude ‘zendingsdoos’, maar zien wij ons geconfronteerd met voorposten van het christendom van de toekomst” (p. 155).

“Oefeningen in ‘intercultureel bijbellezen’ [-] kan de ontmoeting tussen christenen uit een veelheid van culturen belangrijk bevorderen. Migrantenchristenen dagen ons vanuit de ervaring van de diaspora uit om open te zijn voor nieuwe perspectieven van bijbellezen…” (p. 157).

“Kennisname van de praktijk van de navolging in de kerken van het Zuiden zou kunnen leiden tot een herwaardering van de eeuwenoude schat van de kerk” (p.158).

“Vanuit het bewustzijn van [een] nieuwe katholiciteit [-] mogen wij zonder achterom te zien de hand aan de ploeg slaan en ons laten meetrekken in de missio Dei in de richting van de nieuwe schepping waarnaar de mensheid reikhalzend uitziet” (p. 158).

De nagedachtenis van Wout van Laar zij ons tot zegen. May he rest in eternal peace and rise in glory!

Van elkaar leren in de wereldkerk

[Uit onze laatste nieuwsbrief van mei 2019] We kijken terug op goede jaren in Zuid-Soedan (theologisch onderwijs van 2010 tot en met 2015) en in Kampala (van 2016 tot april 2019, Mirjam als leerkracht op een internationale school en Jaap als regiocoördinator).

De vraag die is ons al die jaren heeft beziggehouden is: Hoe kunnen we als christenen (en als mensen) in Oost-Afrika en Nederland echt met elkaar verbonden zijn en met en van elkaar leren? Wij in Nederland hebben de neiging te denken dat we niet zoveel meer hoeven te leren en we hebben vaak weinig verwachting dat we iets kunnen leren van Afrikaanse christenen. De realiteit is echter anders.

Er gaat veel fout in de kerk in Zuid-Soedan, DR Congo en op andere plekken in oostelijk Afrika. Soms zijn de preken heel moralistisch, soms kijkt men alleen om naar mensen van de eigen groep en soms is christen-zijn vooral een etiket met weinig inhoud. Naar onze bescheiden mening kunnen we hetzelfde zeggen van Nederland: soms zijn de preken heel oppervlakkig en naar binnen gericht, soms heeft de kerk geen enkele uitstraling naar buiten toe en soms is christen-zijn vooral een etiket met weinig inhoud. Daarom hebben we elkaar nodig in de wereldkerk en daarom moeten we elkaar scherp houden en van elkaar leren!

Wat hebben wij geleerd van de kerk en van christenen in oostelijk Afrika? We noemen een aantal punten.

• We leerden van Zuid-Soedanese christenen wat het is om in afhankelijkheid van God te leven. Als je alles achter je moet laten en op de vlucht moet slaan, dan wordt pas echt duidelijk Wie de bron van je hoop is.

Familie en gemeenschap is belangrijk. Je kunt niet zonder. Onze Afrikaanse broeders en zusters baden regelmatig voor onze kinderen en familie in Nederland. Ze wisten ook dat we hen misten.

• Meer dan ooit zochten we naar een manier om ons geloof te verbinden met het onrecht dat je om je heen ziet en hoort. Dat was vooral in Zuid-Soedan aan de orde. De woorden van de profeten in het Oude Testament pasten goed in die context. Daar wordt ook gesproken over een God die recht zal doen. Je kunt niet zomaar ongestraft je gang gaan. Eens zul je je moeten verantwoorden.

• We ontdekten opnieuw dat blijdschap en levensvreugde niet vast zit aan rijkdom en het hebben van spullen. Soms heb je de indruk dat het omgekeerde ook waar is: als je veel hebt, ben je vooral dáár mee bezig en vergeet je te genieten van het goede dat God geeft.

Missie & Migratie

Een van de fascinerende bewegingen in de verspreiding van het christelijke geloof is de samenhang tussen zending (missie) en migratie. In juni 2019 (5 t/m 8) was ik bij een conferentie over dit onderwerp in Liverpool. Hierbij een verlaat verslagje. Bepaalde namen van mensen die een verhaal hielden zijn expres weggelaten.

De titel van conferentie was ‘Christians from Global South & Diaspora Missions in Europe’. We waren te gast bij Liverpool Hope University. Dit is een samenwerkingsverband van rooms-katholieken en anglicanen (uniek in Europa, zo wordt gezegd). We begonnen de conferentie met een Indiase maaltijd. Daarna een Evening Prayer door pastors en een koor van de MarThoma kerk in Liverpool. Het is een kerk uit India die teruggaat op de apostel Thomas. Ze zongen een prachtig oud lied in het Syrisch/Aramees. Dat was ontroerend.

De conferentie werd geopend door de vice chancellor van Liverpool Hope, Prof. Pillay. Hij zei dat migratie er altijd al was. People have always moved. Het gaat erom hoe we er als kerk mee omgaan. De katholieke kathedraal in Liverpool zit nu elke zondag tjokvol, omdat er 800 Filipijnse verpleegsters in en rond Liverpool werkzaam zijn. De meeste zijn katholiek. Er worden ook missen in de Poolse taal gehouden. Migranten brengen soms een ‘zekerheid’ van geloven mee, die wij wat kwijt zijn. Denk in kansen en niet in bedreiging.

De Anglicaanse bisschop Michael Nazir-Ali (oorspronkelijk uit Pakistan) sprak over de Biblical & Missiological meaning of Diaspora. Ik heb hem al eens in Zuid-Soedan ontmoet en voelde me toen qua intellect al een kleuter aan de voeten van een reus! Bsp Michael gaf een fascinerend expose over de Bijbelse dimensies van migratie. We zien veel mensen bewegen in de Bijbel, beginnend bij Genesis 3. Dat is een beweging die doorgaat. De vraag is telkens hoe het Evangelie relevant gemaakt kan worden in de nieuwe situatie.

Bsp Michael daagde migrantenkerken uit om zich niet alleen op ‘eigen mensen’ te richten, maar juist ook op autochtonen en andere diasporagroepen. Daar liggen veel kansen. Hij gaf het voorbeeld van een Chinese kerk in Londen die allerlei overheidsmensen uitnodigde voor de viering van Chinees Nieuwjaar. Die mensen zouden niet zijn gekomen op een uitnodiging van de Anglicaanse parish, maar omdat het Evangelie nu verpakt was in een ‘ander’ (Chinees) jasje, waren ze wel geïnteresseerd! Daar liggen mogelijkheden die we eerder niet hebben gezien.

Dr. T.V. Thomas keek in de devotion naar het boek Handelingen vanuit een migratie­perspectief:
a. Het is een beweging van gewone mensen (8:1; 11:9).
b. Het is een beweging met een impact voor het Koninkrijk (8:4). They whispered the Gospel to others.
c. Het is beide een lokale & een globale beweging (= glocal). Gods zending is allebei.
d. Het een een cross-culturele bediening (11:19 eerst Joden; dan verder, vs 20).
e. Het is een partnership-beweging (kerk in Antiochië zendt Paulus & Barnabas uit).

De Duitse prof. Klaus Korschorke gaf een historische lezing over Migration and Missions. Historical Perspectives. Interessant verhaal. Hij liet vooral zien dat onze beschrijving van de zendingsgeschiedenis vooral Euro-centrisch is en was. Hij kwam met boeiende voorbeelden:
– Vroege kerk: de apostolische missie van Paulus was de uitzondering. De normale manier van zending was via anonieme christenen.
– Middeleeuwen: wij praten vaak alleen over de Latijnse en de Byzantijnse kerk, maar er was ook een centrum in Azië: de Nestoriaanse kerk. Die breidde zich uit via koopmannen en monniken via de zijderoute.
– Reformatie: Er was in die tijd al een katholieke koning (Alfonso) in Congo. Via Congolese slaven (!) verspreidde het evangelie zich naar de de ‘nieuwe wereld’ (Amerika).
– Moderne tijd: het evangelie was al in China en Korea voordat de Westerse zending daar kwam. De diaspora speelde hierin belangrijke rol.
Conclusie: “Globalization” of Christianity is not identical with the process of “Europeanization”. There has always existed a plurality of regional centers of expansion, indigenous initiatives, cultural expressions and confessional versions thus making Christianity a polycentric movement from the outset.

Richard Harvey (All Nations Chr. College) sprak over Jewish Diaspora in Europe. Hij begon met een biografisch verhaal over zijn familie. Dat was erg boeiend. Daarnaast veel informatie over de Joodse diaspora.

Iemand had een boeiend verhaal over Cultural and Family Dynamics in British Gujarati Conversion to Christianity. De Gujarati is een meer rijke elite ‘klasse’ in India. Ik luisterde erna als een case study. Er zaten voor mij 2 leerpunten in: (1) hoe bereik je als kerk/zending mensen die groep mensen die ‘alles al hebben’? We zijn goed in het bereiken van armen, maar niet de rijken. (2) De Westerse, individualistische focus op bekering werkt(e) niet voor de Gujarati (en niet voor veel mensen voor wie de groep de norm is). Hoe bereiken we hen met het Goede Nieuws?

Alan Tower over International Students in Europe. Veel getallen en veel kansen. Aantal internationale studenten in Europa neemt toe, maar er gaan ook steeds meer studenten naar Azië, vooral naar China! Ik geef de kansen en mogelijkheden even door:
1. Many countries within the 10/40 window are closed and difficult to reach. However, through International Student Ministry and migration to reach people from such countries and rather than ‘us’ having to go to ‘them’, ‘they’ are coming to ‘us’.
2. Partnerships with local Christian organizations and churches are increasingly important for effective International Student Ministry and remains one of the bigger challenges.
3. We need to rethink how mission can be done amongst international students. E.g. in France, missionaries should become increasingly familiar with the cultures and beliefs of Indian, Russian, and Chinese students, as these three nationalities will become the focus of international student recruitment to France.

Halverwege de middag hadden we een tour van de Anglicaanse kathedraal in Liverpool. Dat was heel boeiend en mooi. Er hangt nu een hele grote wereldbol als een soort kunstwerk.

The World at Liverpool Cathedral

Toen een toespraak van Joel Edwards (WEA) over Diaspora experiences & Missions.
Reverse mission is not really happening yet (wel bereiken van eigen groep, maar niet van host communities). Migrantenkerken hebben er wel voor gezorgd dat de zichtbaarheid van christenen is verhoogd in de samenleving!
How present a positive Gospel if you have a negative image as an immigrant? You can’t be a minority missionary without realizing how others (i.e. majority) perceive you.
It’s all about Jeremiah 29: bless others AND remember who you are and where you come from.

’s Avonds een Chinese maaltijd in the Liverpool Chinese Gospel Church. Daarna worship door de Chinese kerk, maar dat was niet helemaal geslaagd wat mij betreft. We zongen Graham Kendrick-achtige liederen: zij in het Mandarijn, wij in het Engels.

Dr. Peter Vimalasekaran over Vluchtelingen in Europa: uitdagingen voor de Europese kerken. Een paar citaten:
– ‘As a global justice issue, the problem of refugees cries out for understanding and action’
– UNHCR: 68.5 million people around the world have been forced from home. Among them are nearly 25.4 million refugees, over half of whom are under the age of 18. 85% stays in developing countries.
– Refugees challenge the nominalism in Eur. churches.
– Christians need to advocate for social justice for refugees.
– National churches & migrant churches need to work together as co-equals.
– We need to accept diaspora missionaries & missions as co-equal partners.
– Should not be about inclusion (no adjustment) or integration (full adjustment) but interclusion (= new word).

Iemand over de Iranian Diaspora. Geweldig veel mogelijkheden. Oogst is groot, werkers te weinig. Paar punten:
– Schatting van aantal Iraniërs buiten Iran: 5 miljoen. Daarvan zijn er ca. 36.000 in Nederland.
– Redenen om Iran te verlaten: vanwege onderwijs, politiek, economie & religie.
Reliable data on the numbers of Farsi-speaking believers in Europe is difficult to confirm, but one estimate notes that there have been over 21,000 baptised in 22 countries (not including Turkey) in the last 30 years.
– Deze is interessant: “In Germany and the Netherlands there are numerous anecdotal reports from local church leaders who say that the presence of refugee believers has brought their dying churches back to life“.

Mevr. Zaza Lima over zendingswerkers vanuit Latijns-Amerika die moslim vluchtelingen & migranten in Europa willen bereiken met het evangelie. Case study vanuit Spanje. 4 strategieën:
1. Marginality and Vulnerability: our Reality
2. Hospitality and Solidarity: our Shared Table
3. Friendship and relationship: a Place of Reconciliation
4. Dignity and Community: our Common Identity

’s Avonds waren we te gast bij een Nigeriaanse kerk in Liverpool: Temple of Praise. Zij doen indrukwekkend veel in de eigen omgeving. Ze zitten vlakbij Anfield stadion.
Prof. Andrew Walls (91 jaar!) hield een korte lezing over African Christianity. Dat blijft een belevenis! Hij stelde dat de slaven vanuit Afrika een Afrikaanse vorm van christelijk geloof naar ’the Americas’ brachten. Er zijn een paar voorbeelden van voormalige slaven die vervolgens als zendingswerkers weer teruggingen naar Afrika.

De van oorsprong Nigeriaanse Israel Olofinjana (baptistenvoorganger in UK) had een mooie bijdrage over African Diaspora Christianity in Europe: Mission Initiatives and attempts at Evangelising Britain. Zijn conclusie (vet is van mij): “African Christians have been engaging in mission in Europe for more than a century therefore their contribution to Diaspora Missiology is not a new phenomenon. In essence, it is mission theologians and scholars who are recently realising their contribution to mission studies. This paper has argued that there are different types and profiles of African churches in Europe therefore any scholarly conclusions that caricatures them as a homogenous unit is not robust enough [-]. Lastly, is the articulation that there are different mission initiatives used by African Christians and churches in their attempt to evangelise Europe. Some do this through media processes and transnational networking, while others evangelise and plant churches. Some of these initiatives reach only Africans while others reach a multicultural“.

We sloten af met een mooie avondmaalsdienst geleid door prof. Daniel Jeyaraj. Hij gebruikte de liturgie van de kerk van Zuid-India.

Een paar korte observaties van mijn kant:
1. Twee punten raakten me vooral in deze conferentie:
a. Het is goed om de geschiedenis erbij te betrekken en dan te beseffen dat migratie en diaspora van alle tijden is.
b. Dit onderwerp heeft veel te maken met identiteit. Wie ben je als migrant? Wie ben je als ‘autochtoon’? Waar hangt je identiteit vanaf? Heeft dat vooral met geschiedenis en locatie te maken? Zo niet, welke factoren spelen dan nog meer een rol?

2. Het is mooi om te zien hoe God dit alles gebruikt tot opbouw van Zijn Koninkrijk. Naast alle moeilijke vragen rond migratie (en die zijn er wel degelijk), gaat Gods werk door. Migratie brengt soms een een ‘spontane zendingsbeweging’ op gang: onverwacht en ongedacht. 

3. De grote uitdaging voor migrantenkerken en -christenen is om zich niet alleen op de ‘eigen groep’ te richten, maar ook op de ‘host culture‘. Er liggen hier nog wel wat blokkades, maar dit is wel een van de meest spannende mogelijkheden wat mij betreft.

Gelijkwaardigheid in de wereldkerk

Hoe gaan we met elkaar om als kerken en organisaties binnen de wereldwijde kerk? Ik heb regelmatig 2 Korinthe 8 en 9 gebruikt in lessen en erover gepreekt, maar dan altijd in de context van het delen van geld en middelen.

Een poosje geleden mocht ik op een kerkelijke vergadering spreken ergens in Oost-Afrika en op die gelegenheid paste ik deze hoofdstukken uit de Korinthe-brief toe op partnership. Als titel had ik: ‘The Fellowship of Grace’. Deze twee hoofdstukken gaan over de collecte voor de kerk in Jeruzalem, maar toegepast op de relaties tussen kerken kwam ik uit op deze drie punten. Ik switch nu even naar het Engels:
(1) The priority of grace in our partnership.
(2) There must be equality between us.
(3) When we share together, others will praise God.

Toegepast betekent dat, heel in het kort:
(1) We maken allemaal fouten in een partnerschap. Het gaat erom dat we bereid zijn dat toe te geven en om vergeving te vragen (of het te geven). Er is veel genade (nederigheid en vergevingsgezindheid) nodig in onze relaties.

(2) We zijn gelijke partners. De tijd dat de Westerse kerk de ‘moeder’ was en de Afrikaanse kerk het ‘kind’, ligt ver achter ons. Toch zijn we in het Westen nog steeds gewend vooral te geven en is men in Afrika vooral gewend te ontvangen. Kunnen we dat ook omdraaien? Hebben Afrikaanse kerken de visie om gever te worden en kunnen Nederlandse gemeenten ook werkelijk leren te ontvangen?

(3) Het doel van zending is aanbidding (John Piper). Wat is het geweldig als God geprezen wordt vanwege onze goede relaties in de wereldwijde kerk.

Mission @ the heart of the Church

I preached on Mission last Sunday from 1 Peter 2:9-12 and presented 2 models on how to go about mission(s) in the local church. I think these 2 models are helpful in thinking about missions and church life.

(1) Missions in one of the many activities

 

 

 

 

 

 

In model 1 ‘missions’ is one activity out of many. Traditionally missions then means: supporting missionaries (either abroad or closer to home). Some churches spend more time and resources on missions than others. It all depends where you put the focus.

(2) Misson is the foundation of everything else

 

 

 

 

 

 

In model 2 Mission becomes the foundation for everything. All the activities of the church are motivated by the mission to win people for Christ. In this model mission is not just an activity but it is the identity of the church and it has an impact on all other areas of church life.

Mission @ the heart
It is clear that model 2 is the preferred model. Sharing the love of Christ with those who don’t know Him yet should be the motivation for everything we do in the church. Why? Because our God is a missional God. He wants to put this world right and therefore He sent His Son to save us and we as a church need to continue His mission until Jesus returns.

Radicaal discipelschap

In het theologische tijdschrift Soteria van december 2017 schreef Sake Stoppels een boeiend en uitdagend artikel over ‘Radicaal discipelschap’, met als ondertitel ‘Vruchtbaar kerk zijn in de eenentwintigste eeuw’ (pp. 49-61).
Ik denk dat veel in dit artikel niet alleen toepasbaar is in de Nederlandse context, maar ook in de context van de wereldwijde kerk. Ik geef de gedachten die mij raakten in dit artikel hier door. Mijn reflectie hierop volgt een andere keer.

Stoppels voert in dit stuk een pleidooi voor gezonde radicaliteit. Zijn stelling is “…dat enkel kerken die hun leden actief oproepen en ‘verleiden’ tot een grote mate van toewijding aan het evangelie van Jezus Christus toekomst hebben in onze multireligieuze, seculiere samenleving” (49). Dat gaat in tegen de tijdgeest waarin ook kerken iets aantrekkelijks moeten bieden.

De auteur neemt ons dan mee naar de vroege kerk via het boek The Rise of Christianity van Rodney Stark. De vroege kerk gaat op bepaalde punten tegen de heersende cultuur in (bv. geen abortus, geen homo-seks, wel zorg voor zieken en wel gastvrijheid) en wordt door haar exclusiviteit juist aantrekkelijk. Stark zegt dat stigma en sacrifice de dynamo vormden achter de sterk groei van het christendom toen (51).
Bij stigma gaat het volgens Stark om een manier van leven die afwijkt van de omgeving. Stoppels zegt: “Er is in mijn ogen echter alle reden om dat ‘vreemdeling zijn’ verder en dieper te doordenken. [-] …het is [-] een expressie van een fundamenteel andere levensoriëntatie. En daar lijkt het wel eens aan te ontbreken in onze kerken.” (51).
Bij sacrifice gaat het erom dat we in Nederland nog steeds probleemloos christen kunnen zijn. Het kost ons maar weinig. Dat is in andere delen van de wereld wel anders. Stoppels: “Wat blijft er van ons geloof over als we dat niet in alle vrijheid en vrijblijvendheid kunnen beleven?” (53).

De kerk is niet grenzeloos. Er is ruimte nodig in de kerk als het gaat om wel of niet meedoen en om geloofsbeleving, maar die ruimte is niet eindeloos. Stoppels: “Om Paulus te variëren: ‘Waar de Geest des Heren is, is vrijheid, maar geen vrijblijvendheid'” (54). We mogen geen elitekerk worden, maar er zouden wel uitnodigende regels of verwachtingen mogen zijn die ons helpen tot een dieper geloofsleven te komen. Het gaat om een profiel dat primair insluit, maar zo nodig ook uitsluit, zegt de auteur.

Voor geluk is een fles port beter dan het christendom, heeft C.S. Lewis ooit gezegd. Vaak probeert de kerk zich als aantrekkelijk te presenteren, maar het is anders. Stoppels: “Wezenlijk leren in het spoor van Christus heeft heel vervelende kanten…” (56). Een gezonde gemeente heeft altijd iets onaantrekkelijks. Zouden we het tegendraadse en hinderlijke van het evangelie weer moeten herontdekken?

Daarbij is ook van belang dat de kerk principieel een minderheid is, ook als ze zich in een minderheidssituatie bevindt. “Kerken zouden zich in geval van inhoudelijke spanningen met de omringende cultuur een kunnen buigen over de vraag hoe ze zonder verbetenheid, maar juist positief, lichtvoetig en met humor kunnen reageren op datgene waar ze moeite mee hebben in de samenleving” (59).

Eerherstel van de zendingswerker

Het is geen nieuws dat het beroep zendeling weinig positiefs oproept bij de gemiddelde seculiere Nederlander. Maar ook binnen de kerk ligt de zendingswerker onder vuur: Is zendingswerk wel effectief en economisch? Wat hebben wij als krimpende kerk nog te bieden? Kun je via moderne communicatiemiddelen niet hetzelfde bereiken? En ook is er de vraag naar motivatie: is het niet vooral eigen behoeftebevrediging?

Nu zeg ik niet dat dit geen relevante vragen zijn, maar de antwoorden zijn mij vaak te gemakkelijk en te snel. Een aantal (zendings)organisaties zijn van dit ‘oude zendingsmodel’ afgestapt om nu vooral via projectfinanciering het werk bij partners mogelijk te maken.

ik ben ervan overtuigd dat we zonder zendingswerkers (en dat kunnen ook zendelingen uit Azië, Afrika en Latijns-Amerika zijn…, graag zelfs) geen echte relaties kunnen leggen en onderhouden in de wereldkerk. Ik schreef daarover een paar jaar geleden een artikel en ik vat de hoofdpunten daaruit hier nog even kort samen.

(1) Als kerken wereldwijd samenwerken, dan wordt christelijke eenheid zichtbaar, de naam van Christus verheerlijkt en Gods zending in de wereld bevorderd. Ook zorgt samenwerking ervoor dat de gemeente niet introvert wordt en kritisch naar de eigen cultuur blijft kijken.

(2) De zendingswerker speelt een belangrijke, verbindende rol in deze relaties tussen gemeenten. De missioloog Paul Hiebert spreekt over de uitgezonden werker als bemiddelaar. Die rol moeten zendingswerker dan ook wel op zich nemen. Eerlijk gezegd schrik ik weleens hoe sommige zendingswerkers over de lokale ontvangende gemeente praten en schrijven: vooral in negatieve termen. Nu begrijp ik dat daar vaak frustratie onder zit over de trage voortgang in het werk, maar dat maakt het nog steeds niet goed.

(3) Hoe ben je dan bemiddelaar als zendingswerker? Ik geef een aantal voorbeelden:
♦ Ik probeer zelf regelmatig in nieuwsbrieven en presentaties lokale christenen ‘aan het woord te laten’. Hoe denken zij over Gods wil, over ziekte en gezondheid, over de bovennatuurlijke wereld, over zending? Een verlofpresentatie die alleen over jezelf en over je werk gaat, is te eenzijdig.
mission♦ Een ‘interculturele bijbelstudie’ levert nieuwe perspectieven op. De zendingswerker doet bijbelstudie met een groep christenen en schrijf daar een verslag van. De werker stuurt dat verslag naar de uitzendende gemeente in Nederland en vraagt hen hetzelfde te doen over hetzelfde bijbelgedeelte. Dat Nederlandse verslag wordt vervolgens weer met de eerste groep gedeeld.
♦ Kerken wisselen gebedspunten uit en bidden voor elkaar. Ik zie dit in de diocese in Zuid-Soedan waar ik werk, functioneren. De kerk daar bidt voor de gemeenten waar zij een relatie mee heeft.
♦ Delegaties van partnergemeenten bezoeken elkaar met enige regelmaat. De zendingswerker kan dat faciliteren. Dat vraagt wel om een goede voorbereiding en om een bredere doelstelling dan alleen een diaconale. Het vereist ook een goede terugkoppeling naar heel de gemeente.
♦ Ik ken het voorbeeld van een Lutherse zendingsorganisatie in Finland die een voorganger uit Ethiopië drie maanden laat werken in een Finse gemeente. Daar komt natuurlijk heel veel bij kijken, maar het leidt wel tot een diepergaande relatie.

Op deze manier is de zendingswerker een belangrijke schakel in de beweging van Gods zending in  deze wereld.

Zending in de 21ste eeuw

Het afgelopen semester (2e van 2015) gaf ik het vak ‘ zending’ op de predikantenopleiding in Kajo-Keji. Hierbij een korte samenvatting.

De Bijbel is zending
Bij dit vak kijken we naar de bijbelse basis van zending, naar de geschiedenis van zending en we denken na over een aantal relevante onderwerpen die met zending te maken hebben (zoals de verhouding tussen woord en daad en het proces van contextualistatie). Het is mooi en spannend om samen met studenten in Zuid-Soedan te zien hoe de Bijbel zelf één groot ‘zendingsverhaal’ is en wat zending betekent voor de kerk in Afrika.

Oude model is passé
We hebben eerst vastgesteld dat het oude zendingsmodel (vanuit het Westen naar de rest van de wereld) niet meer werkt. Dit is omdat de kerk in Afrika groeit en die in Europa juist krimpt. Daarnaast zien we een explosieve groei van pinksterkerken op het zuidelijke halfrond. Dit alles betekent dat we een ander zendingsmodel nodig hebben. Een model waarin zending van alle 6 continenten, naar alle 6 continenten gaat (dus óók zending in Europa). In dit nieuwe model benadrukken we niet zo zeer ónze missie, maar vooral dat wij als kerk meedoen in Gods zending. Het gaat om heel de kerk (niet alleen zendingswerkers) die met heel het Evangelie (in woorden en daden) door de hele wereld gaat (niet alleen naar het ‘zendingsveld’).

Meedoen in Gods zending
Nog steeds wordt in Zuid-Soedan ‘zending’ vooral gekoppeld aan blanke zendingswerkers. Maar die tijd is voorbij. Hoe kan de kerk in Afrika méér meedoen in Gods zending in deze wereld? Dat is onze uitdaging.

mission